Vandaag van Senegal terug naar Gambia. Mara voor ons vertrek nog een foto kunnen maken van een nijlpaard dat behoorlijk dichtbij in de rivier lag.

Onderweg in het Niokolo-Koba Park gestopt om de Roodkeel Bijeneters te fotograferen.

En weer verder over de eigenlijk onbegaanbare weg. In Wassadougou een lunchpauze ingelast. Hier hadden we eigenlijk willen overnachten op de heenreis. Toch hier nu gestopt en om afspraken voor zijn komende reizen te maken en om de Krokodillenwachter te spotten en eventueel op de foto te kunnen zetten. Er zaten er zoveel dat je er over zou struikelen, zei Peter.

Na wat zoeken en een half uur lopen konden we uiteindelijk toch enkele exemplaren voor de lens krijgen. En ook de Abessijnse Scharrelaar wilde wel weer. 

Op de lodge hadden we een prachtig uitzicht over de Gambia rivier en we konden een finfoot zien overzwemmen. Deze watertrapper lijkt iets op een eend en iets op een aalscholver.

Bij het verlaten van de lodge kwamen een onvergetelijk schouwspel tegen: een troep van meer dan 300 stuks bavianen stak in ijltempo over en verdween weer in het bos. Stoeiend, vechtend, de kleintjes dragend holden ze voorbij. Ik heb zelfs niet eens ingezoomd zo dichtbij waren ze. Gelukkig stoorden ze zich niet aan ons.

Terwijl we het hobbelige pad van Wassadougou naar de 'grote weg' reden ineens een flink kabaal. De knalpijp van het busje had het begeven. Dat moest gerepareerd worden. En dat doe je in Senegal/Gambia gewoon langs de weg. Daar waar wat oude wrakken staan en er mensen aan het werk zijn gewoon stoppen en vragen of ze het konden maken. En ja het kon gelast worden.

Ik vroeg me al af hoe ze dat gingen doen, want een brug of een kuil hadden ze niet. Gewoon onder het busje kruipen met het lasapparaat dus. Ze wilden net beginnen of de melding kwam dat het gas op was. Dus dat moest gehaald worden. Hij ging weg achterop een motor. En niet veel later kwam hij terug en had hij een steen bij zich: carbid! Dat werd in de koker gestopt en stevig aangedraaid en ze konden weer vooruit en wij weer met minder herrie verder. En nog op voor het buffet in Janjanbureh zoals Georgetown nu heet.